Definities van Prisma Woordenboek Nederlands in de Ensie M
- meegevoel
- meehelpen
- meekomen
- meekrap
- meekrijgen
- meel
- meeldauw
- meeldraad
- meeleven
- meeliften
- meelij
- meelijwekkend
- meelokken
- meelopen
- meeloper
- meelworm
- meemaken
- meeneemchinees
- meenemen
- meent
- meeprater
- meer
- meerdaags
- meerder
- meerdere
- meerderen
- meerderheid
- meerderheidsbelang
- meerderheidskabinet
- meerderjarig
- meerderwaardigheidsgevoel
- meerjarenplan
- meerjarig
- meerkamp
- meerkat
- meerkeuzetoets
- meerkoet
- meerkosten
- meerledig
- meerling
- meermaals
- meermin
- meeroken
- meeropbrengst
- meerpaal
- meerpartijenstelsel
- meerprijs
- meerschuim
- meerslachtig
- meerstemmig
- meertalig
- meertouw
- meertros
- meerval
- meervoud
- meervoudig
- meervoudsvorm
- meerwaarde
- meerwerk
- mees
- meeslepen
- meeslepend
- meesmuilen
- meespelen
- meespreken
- meest
- meestal
- meestbegunstigd
- meestbiedende
- meestendeels
- meestentijds
- meester
- meesterbrein
- meesteres
- meestergast
- meesterlijk
- meesterschap
- meesterstitel
- meesterstuk
- meesterwerk
- meet
- meet-and-greet
- meetbaar
- meetband
- meetbrief
- meetellen
- meeting
- meetkunde
- meetlat
- meetronen
- meetsnoer
- meeuw
- meevallen
- meevaller
- meevoeren
- meewarig
- meewerken
- meezinger
- meezitten
- mega-