Definities van Prisma Woordenboek Nederlands in de Ensie M
- minneola
- minnetjes
- minoriteit
- minpunt
- minst
- minstbedeelden
- minstens
- minstreel
- mint
- minteken
- minus
- minuscuul
- minuterie
- minutieus
- minuut
- minvermogend
- minzaam
- mirabel
- miraculeus
- mirakel
- mirre
- mirte
- mis
- misantroop
- misantropie
- misbaar
- misbaksel
- misboek
- misbruik
- misbruiken
- misdaad
- misdadig
- misdadiger
- misdeeld
- misdienaar
- misdoen
- misdragen
- misdrijf
- misdruk
- mise-en-scène
- miserabel
- misère
- miserere
- miserie
- misgaan
- misgreep
- misgrijpen
- misgunnen
- mishagen
- mishandelen
- miskennen
- miskleun
- miskleunen
- miskoop
- miskraam
- misleiden
- mislopen
- mislukkeling
- mislukken
- mislukking
- mismaakt
- mismanagement
- mismoedig
- misnoegd
- misnoegen
- misogyn
- misoogst
- mispel
- mispeuteren
- misplaatst
- misprijzen
- mispunt
- misraden
- misrekenen
- miss
- missaal
- misschien
- misselijk
- misselijkmakend
- missen
- misser
- missie
- missiehuis
- missing link
- missionaris
- missive
- misslaan
- misslag
- misstaan
- misstand
- misstap
- mist
- mistasten
- mistbank
- misten
- misthoorn
- mistig
- mistlamp
- mistletoe
- mistral
