Definities van Prisma Woordenboek Nederlands in de Ensie M
- mettertijd
- metterwoon
- metworst
- meubel
- meubelboulevard
- meubelen
- meubelmaker
- meubelplaat
- meubelstuk
- meubelzaak
- meubilair
- meubileren
- meug
- meuk
- meun
- meuren
- meute
- mevr.
- mevrouw
- mevrouwen
- mezelf
- mezzo
- mezzosopraan
- mg
- Mgr.
- MHz
- mi
- miasma
- miauw
- miauwen
- mica
- micro
- micro-economie
- micro-organisme
- microbe
- microbiologie
- microblog
- microchemie
- microchip
- microfiche
- microfilm
- microfoon
- microfoonhengel
- microgolf
- microgolfoven
- microgram
- microkosmos
- microkrediet
- micrometer
- micron
- microprocessor
- microscoop
- microscopisch
- microseconde
- microstructuur
- middag
- middagdienst
- middagdutje
- middageten
- middagmaal
- middagmalen
- middel
- middelaar
- middelares
- middelbaar
- middelbarescholier
- middeleeuwen
- middeleeuwer
- middeleeuws
- middelen
- middelgebergte
- middelgewicht
- middelgroot
- Middelhoogduits
- middellang
- middellijk
- middellijn
- middelloon
- middelmaat
- middelmatig
- middelmoot
- Middelnederlands
- middelpunt
- middelpuntvliedend
- middelpuntzoekend
- middels
- middelste
- middelvinger
- midden
- Midden-Oosten
- middenbedrijf
- middenberm
- middenbermbeveiliging
- middencirkel
- middendoor
- middengewicht
- middengolf
- middenhand
- middenhandsbeenderen
- middenin
