Gepubliceerd op 20-07-2020

Stoof

betekenis & definitie

bet. oorspr. bij voorkeur een verwarmbare kamer; ook badstoof (warme badkamer); meestoof (voor ’t roosteren der meekrap). Vgl. ons stoven van groenten ; het grondwoord moet dus verwarmen bet. hebben. Men ziet er verwantschap in met ’t Fr. étouffer (stikken van warmte), en ’t Gr. tuphos — walm.

< >