afl. van een w.w., waarvan de wt. snug (met bijvormen snig, snik) „glad zijn” bet.; vgl. ’t Hgd. schniegeln : de haren gladstrijken. Snugger beantwoordt dus in fig. zin aan ons glad; een gladde vent. — De bijvorm komt voor in ons snik; „hij is niet goed snik".
Inloggen
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Favorieten
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen:
- Je eigen Ensie account
- Direct toegang tot alle zoekresultaten
- Volledige advertentievrije website
- Gratis boek cadeau als welkomstgeschenk