ouwehándii, - 2e nv. van Ouwehandĭus, Latinizeering van Ouwehand: van Ouwehand, gevonden door Ouwehand, genoemd naar Ouwehand. - Coïx - Kds. [S. H. Koorders] is genoemd naar C. D. Ouwehand (1866, Katwijk; ? X), medicus, in 1892 benoemd tot officier van gezondheid bij het Nederlandschind. leger en geplaatst op Sumatra, waar hij werkzaam bleef, tot hij in 1902 overging naar den Burgerlijken Geneeskundigen Dienst in Ned.
Indië en benoemd werd tot leeraar aan de STOVIA (School tot opleiding van inlandse artsen) te Batavia. In 1906 werd hij benoemd tot stadsgeneesheer te Batavia, in 1914 tot Inspecteur van den Burgerlijken Geneeskundigen Dienst voor W.-Java, in 1915 tot Inspecteur-Souschef en datzelfde jaar tot Hoofdinspecteur van den Dienst; in 1916 werd hij gepensionneerd. In 1896/97 bracht hij op de Toba-hoogvlakte (N.-Sumatra) een ±200 nummers tellende, te Buitenzorg berustende plantenverzameling bijeen, waaronder de naar hem genoemde soort.