gravenhórstii, - 2e nv. van Gravenhorstĭus, Latinieering van Gravenhorst) van Gravenhorst, gevonden door Gravenhorst, genoemd naar Graven horst. - Bulbophyllum - J. J. S. [J. J. Smith] is genoemd naar C.
A. Gravenhorst (1884, Randers, Jutland; X), in 1913 laboratoriumchef op een oliefabriek bij Aarhus (aan de O. kust van Jutland), sinds 1930 onderdirecteur dier fabriek, schrijver van eenige technische publicaties. In 1916/17 maakte hij een studiereis naar Ned. Indië, Malaka en China ter bestudeering van het copravraagstuk; op die reis vond hij de naar hem genoemde plant op Bórneo.
gravéolens, - van Lat. grave (te beschouwen als bijw. bij gravis; het gewone bijw. is gravĭter), zwaar, sterk (van reuk of smaak); ŏlens (van ŏlēre, rieken), riekend: sterk (en vaak onaangenaam) riekend.