grashóffii, - 2e nv. van Grashoffĭus, Latinizeering van Grashoff: van Grashoff, gevonden door Grashoff, genoemd naar Grashoff. - Asplenĭum - Rosenst. [E. Rosenstock]; - Diplazĭum - Rosenst. [E. Rosenstock]; en Phyllītis - Rosenst. [E. Rosenstock]; zijn genoemd naar C. W. F.
Grashoff (1879, Seesen, W. van Goslar, Harz; 1916, Palembang, Sumatra), die in opdracht van den entomoloog H. Frühstorffer (Berlijn) van 1902-05 een groot deel van den O.I. Archipel (Sumatra, Enggano, Mentawei, Batoe, Bawean, Kangean, Bali) bereisde. Van 1905-07 stond hij als verzamelaar in dienst van Prof. Neisser te Breslau, voor wien hij Sumatra en Java bereisde; hij bracht ook collecties bijeen voor Elbert (zie elberti), Moszkowski (zie moszkowskiānus) en Morin. In 1913 verzamelde hij op Sumatra planten voor Rosenstock (zie rosenstockĭi) en Förster (zie foerstēri). Van Dec. 1913 tot Dec. 1914 was hij teekenaar bij de Banka-tinwinning. Van Dec. 14 tot aan zijn dood in Mei 16 bereisde hij als inzamelaar ten behoeve van het Buitenzorgsche Museum voor Economische Botanie Sumatra, waar hij uitnemend werk verrichtte en aan typhus bezweek.