daveauánus (-a, -um) (Pellionĭa - N. E. Br. [N. E. Brown]), - genoemd naar Jules Daveau (1852, Argentueil bij Parijs; 1929, Montpellier), die in 1866 in dienst trad bij den Jardin des Plantes te Parijs en in 1875 door deze instelling naar Cyrenaïca (N.-Afrika, O. van de Groote Syrte) werd gezonden ter opsporing eener door de Ouden silphĭon (zie Silphĭum) genoemde plant, een schermbloemige, welker sap als geneesmiddel en als kruiderij werd aangewend. Hij bracht van deze reis vele planten en zaden mede, waaronder verscheidene nieuwe soorten.
In 1876 werd hij door de Portug. Regeering benoemd tot directeur van den bot. tuin en van de stadsparken van Lissabon, welk ambt hij in 1892 neerlegde. In 1893 werd hij conservator van den Jardin des Plantes te Montpellier; deze betrekking, waarin hij zich door allen, die met hem in aanraking kwamen, geëerd en bemind wist te maken, bekleedde hij tot aan zijn dood. - Van zijn hand verschenen vele publicaties over de flora van Portugal en op tuinbouwkundig gebied.