Nicolaas Muys ged. Rotterdam 21 april 1740, overl. Rotterdam 28 februari 1808. Woonde en werkte in Rotterdam.
Werd in de jaren 1782,1783, 1786 en 1792 tot hoofdman van het St. Lucasgilde aldaar gekozen, maar weigerde in 1792 het hoofdmanschap te aanvaarden.In het gildeboek staat hij vermeld als ‘fijnschilder’. Hij was corrector bij het tekengenootschap ‘Hierdoor tot Hooger’. Leerling van zijn vader W. Muys (tekenen) en van A. Schouman.
Schilderde binnenhuizen en portretten; heeft ook enkele etsen vervaardigd. Een van zijn bekende werken stelde voor: marktgezicht met een menigte figuren. Gaf les aan G. Groenewegen en F. Montauban van Swijndregt.
Rijksmuseum Amsterdam: Robbert Muys en echtgenote (N: Muys P =). Museum Fodor Amsterdam: verschillend gevogelte (tekening in kleuren, naar M. d’Hondecoeter). Rijksprentenkabinet Amsterdam: tekening(en). Gemeentearchief Rotterdam: circa 25 tekeningen. Museum Boymans-van Beuningen Rotterdam: de kunstbeschouwing (gem.
N Muys Pt Ao 1779); interieur (gem. N. Muys Pt MDCCXCI); de belachelijke jonker (gem. N. Muys 1777); Fanoy, het gelukzalige berouw (gem. N. Muys f. Ao 1775); Melanie, rampzalige kloosterdwang (grisaille gem. N. Muys Ao 1776); liefdadigheid (niet gem.); enige tekeningen.
Immerzeel; Luns; Plasschaert; Scheen; Thieme-Becker; Waller; Wurzbach.