Gepubliceerd op 21-02-2019

Nicolaas baak

betekenis & definitie

Nicolaas Baak (‘Nico’) geb. Amsterdam 10 mei 1892, overl. Den Haag 21 november 1961. Leer­ling van de Rijksnormaalschool (1910-1913) te Amsterdam, daarna van de Rijksakademie aldaar (van 1913-1920) en van prof.

A. J. Derkinderen. Werd in 1935 tekenleraar aan het Montessorilyceum te Amsterdam en in 1942 hoofdleraar voor schilderen aan de Akademie voor Beeldende Kun­sten in Den Haag.

Maakte veel buitenlandse rei­zen. Schilderde en tekende landschappen, portret­ten, figuurstukken, stillevens, stadsgezichten enz. Ook grafisch werk: affiches en boekillustraties. Gaf les aan H. P. Bolte, E. M. Buys, J. E. H. Geesink, J. F. M. Liesker, Fr. J. Nieuwenhuizen en A. H. Plettenberg.

Kroniek van Kunst en Kultuur 22, 1962/63 (no 10, blz. 39); Luns; Mak van Waay; Plasschaert; Waller.

< >