Maria Rompelman geb. Velsen 30 september 1910. Woonde en werkte in Velsen tot 1940, Haarlem tot 1964, daarna Oudkarspel (gem.
Langendijk). Gehuwd met J. C. Pronk. Leerlinge van Jos Rovers.
Schildert, aquarelleert en tekent (pen, pastel) portretten (ook miniaturen), landschappen en stillevens. Verkreeg de koninklijke subsidie in 1930, 1931, 1932, 1933 en 1934. Lid van ‘Kunst zij ons Doel’ te Haarlem. Gaf les aan L. J. M. W. van Waalwijk van Doorn.
Werk in het Frans Halsmuseum Haarlem en in de Rijkscollectie.
Mak van Waay.