Gepubliceerd op 21-02-2019

Johannes van lexmond

betekenis & definitie

Johannes van Lexmond geb. Dordrecht 6 juli 1769, overl. Dordrecht 22 november 1838.

Leerling van Abraham en Johannes van Strij. Van beroep tekenmeester.

Schilderde, tekende en aquarelleerde stadsgezichten en gebouwen; kopieerde tevens oude schilderijen en was een goed figuurtekenaar; heeft ook gelithographeerd. Van 1790 tot 1831 was hij lid, later sekretaris en in 1837 erelid van het genootschap ‘Pictura’ te Dordrecht. Gaf raadgevingen aan G. A. Schmidt.

Tentoonstelling Dordrecht 1819: twee stadsgezichten en een landschap (alle in waterverf).

Rijksmuseum Kröller-Müller Otterlo: een tekening. Rijksprentenkabinet Amsterdam: de ruïne van de abdij te Rijnsburg en het afbreken van de ruïne (2 kolossale tekeningen); oude poort te Dordrecht (waterverf). Museum Dordrecht: gezicht op de binnenplaats van een huis te Dordrecht. Gemeentearchief Dordrecht (Verz. mr S. van Gijn): ongeveer 50 tekeningen (potlood, O.I. inkt, kleuren enz.) van stadsgezichten en gebouwen te Dordrecht en enkele wintergezichten. Museum mr Simon van Gijn, Dordrecht: de Graafstroom bij Oud-Alblas in de winter (sepiatekening). Gemeentearchief Rotterdam: een tekening. Museum Boymans-van Beuningen Rotterdam: twee tekeningen, w.o. de Waterpoort te Woudrichem (waterverf).

Huebner; Immerzeel; Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek III; Scheen; Thieme-Becker; Waller; Wurzbach.

< >