Johannes Tavenraat geb. Rotterdam 20 maart 1809, overl. Rotterdam 2 april 1881. Zou aanvankelijk in de handel gaan en schilderde uit liefhebberij bij het genootschap ‘Hierdoor tot Hooger’ ter plaatse o.l.v. C. Bakker.
Onderging invloed van W. H. Schmidt. In 1839 legde hij zich geheel op de schilderkunst toe. Maakte studiereizen naar België, Engeland, Duitsland en Tirol. Woonde in 1842-1846 in België en werkte daar met E. de Block. Vestigde zich in 1846 te Materborn bij Kleef. Maakte van hier uit reizen naar het buitenland (Moravië, Bohemen enz.). In 1860 ging hij te Rotterdam wonen.
Schilderde landschappen (veel bergachtige), altijd met figuren of dieren gestoffeerd. Veel voorkomende onderwerpen waren: jachttafereel, plaggenhut op de heide, ondergaande zon, opkomende onweersbui, waterval, bosrand. Zijn vele pentekeningen hadden tot onderwerp: drijvers en stropers in karikatuur, verder jachthonden en vluchtende herten en hazen. Ook vervaardigde hij 11 etsen en een lithografie.
Tentoonstellingen Den Haag 1841-1878 en Leeuwarden 1855. enkele Amsterdamse tentoonstellingen: trekvogels; heide met wild; tientallen landschappen met jagers en wild: landschappen bij Kleef; enz.
Museum Boymans-van Beuningen Rotterdam: heidelandschap met denneboom, na de regen (gem. Tavenraat 1845); een aantal olieverfschetsen en potloodstudies. Museum De Lakenhal Leiden: twee tekeningen (vermeld op naam van BakkerKorff). Tentoonstelling Museum Boymans-van Beuningen Rotterdam 1931: 36 schilderijen, w.o. een vlak landschap; wintervermaak op de plassen bij Rotterdam; landschappen met jagers en wild; waterval bij ondergaande zon; bosranden; enz.; ± 50 tekeningen, w.o. figuur-, dier- en plantenstudies. Verder was zijn volledig etswerk en een lithografie tentoongesteld. Rijksprentenkabinet Amsterdam: tekening(en).
Cal. Gemeentelijke Van Reekum Galerij Apeldoorn (24-8 t/m 22-9-1968); Immerzeel; Kramm; Knoef: Maandblad voor Beeldende Kunsten (P. Koomen-1931; C Veth-1943); Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek IX: Scheen; Thieme-Becker: Van Hall I en II; Waller: Wurzbach.