Gepubliceerd op 21-02-2019

Jan herman de haas

betekenis & definitie

Jan Herman de Haas geb. waarschijnlijk Amsterdam 1810, overl. Utrecht 10 augustus 1856. Woonde en werkte van ca. 1840 af in Utrecht. Legde zich op latere leeftijd op schilderen toe en was een bekwaam schilderijenhersteller.

Schilderde en lithografeerde interieurs, w.o. van kerken. Lid van ‘Arti et Amicitiae’ te Amsterdam.

Tentoonstellingen Amsterdam 1840: enkele fraaie interieurs. Groningen 1841: buitenhuis. Den Haag 1841: gedeelte van de St. Pieterskerk te Leiden. Nijmegen 1841: gedeelte van de Hooglandse kerk te Leiden. Amsterdam 1844: landelijk tafereel. Zwolle 1844: kelderkeuken; dame in de 17de eeuw.

Den Haag 1845: voorportaal van een burgerwoning. Groningen 1845: kelderkeuken. Amsterdam 1848: herder met schapen; wildverkoopster. Utrecht 1848: de nieuwstijding. Kampen 1852: namiddag op een dorp. Leeuwarden 1853: namiddag op het land.

Kramm; Scheen; Thieme-Becker; Waller; Wurzbach.

< >