Jan Christiaan Poortenaar (‘Jan’) geb. Amsterdam 23 juli 1886, overl. Naarden 15 oktober 1958.
Woonde en werkte in Amsterdam (veel in het buitenland), België, Londen tot 1922, Ned. Indië tot 1924, Bennekom, Amsterdam tot 1939, daarna in Naarden. Vormde zich vnl. zelf, heeft lessen en raadgevingen van P. van Wijngaerdt gehad.
Schilderde, aquarelleerde, tekende, etste en lithografeerde veel portretten (van bekende Nederlanders), bloemen, stadsgezichten, landschappen en Oostindische volkstaferelen. Graveerde en maakte houtsneden, was een bekend illustrator, schrijver en uitgever (‘In den Toren’). Was o.m. lid van ‘Arti et Amicitiae’ te Amsterdam en van de Haagse Kunstkring.
Eretent. ‘Arti et Amicitiae’ Amsterdam (cat. 10-112-12-1951). Centraal Museum Utrecht: sawahland (ets); viaduct v.h. Centraal Station te Amsterdam (ets). Rijkscollectie: Waterloo Bridge (ets).
Elsevier LXV (1923, blz. 238-243) LXVI (1923, blz. 302-307); LXVI1I (1924, blz. 386-389); LXX (1925,blz. 367-368); LXXIII (1927, blz. 18-25); Luns; Mak van Waay; Plasschaert; Van Hall I en II; R. W.P. de Vries jr, ‘Jan Poortenaar en zijn werk' (Naarden, 1947); Waller.