Gepubliceerd op 14-02-2019

Abraham johannes couwenberg jzn

betekenis & definitie

Abraham Johannes Couwenberg Jzn geb. Delft 1806, overl. Arnhem 6 april 1844. Op zijn 15de jaar zond hij al werk in op de Haagse expositie, woonde toen al in Den Haag (1821).

Lid van de Koninklijke Akademie te Amsterdam. Na 1834 te Arnhem hoofdonderwijzer van het Teekengenootschap Kunstoefening. Schilderde en aquarelleerde vnl. landschappen (panorama’s) bij zomer en winter, volgens ‘Waller’ heeft hij ook gelithografeerd. Soms heeft A.J. Offermans zijn werk gestoffeerd. Gaf les aan H.W. Couwenberg en B.C. Schneider van Greyffenswert.

Tentoonstellingen te Haarlem in 1825. Amsterdam en Den Haag van 1821-1843: diverse zomer en winterlandschappen: o.a. gezicht op het duin bij Haarlem, gestoffeerd door A.J. Offermans: landschap met vee en een dito met een bouwval: diverse strandgezichten enz. Rijksmuseum Amsterdam: wintergezicht. Haags Gemeentemuseum: landweg (samen met P. L. Dubourcq).

Gemeentemuseum Arnhem: gezicht op de Grote Markt te Arnhem (aquarel-sepia): gezicht op Wageningen en de Grebbeberg (niet gem.): Arnhem uit het westen gezien (gem. A.J. Couwenberg f): Arnhem gezien van het noordoosten (gem. A. J. Couwenberg f): gezicht op de Walburg- en de Eusebius (Grote)-kerk te Arnhem (gem. A.J.C.): gezicht op Arnhem (gem. A.J. Couwenberg).

Teylers Stichting Haarlem: panorama bij Oosterbeek (O.I. inkt en sepia). Museum Boymans-van Beuningen Rotterdam: twee tekeningen (landschappen). Museum Fodor Amsterdam: gezicht van ’t Kraantje Lek op Haarlem (tekening in O.I. inkt). Rijksprentenkabinet Amsterdam: tekening(en).

Immerzeel; Kramm; Luns: Plasschaert: Scheen: ThiemeBecker; Van Hall I: Waller; Wurzbach.

< >