Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek (1985)

Gepubliceerd op 09-03-2021

Vredesbeweging

betekenis & definitie

v. (-en), georganiseerd streven van een (groot) aantal mensen naar duurzame vrede.

(e) De naoorlogse vredesbewegingen waren vooral gericht tegen de nucleaire wapenwedloop, ook al bundelden ze hun krachten soms in andere acties, zoals de bewegingen tegen de oorlog in Vietnam. Tijdens de periode van ontspanning tussen Oost en West waren er weinig massale uitingen van pacifisme. Vooral het NAVo-besluit van eind 1979 tot opstelling van Amerikaanse middellange-afstandsraketten in West-Europa leidde echter tot een herleving van de pacifistische beweging (zie pacifisme). De eerste manifestaties daartegen waren vooral het werk van vrouwenbewegingen voor de vrede, die o.a. marsen door Oost- en West-Europa organiseerden. De herleving van de vredesbeweging in West-Europa leidde vanaf ca. 1980 tot massale vredesbetogingen waaraan vaak honderdduizenden mensen deelnamen. In 1983, het jaar waarin de raketten moesten worden opgesteld, hervatte de vredesbeweging haar offensief in volle hevigheid (mars van ca. 500 000 personen te ’s-Gravenhage in okt. 1983).

In de meeste landen werden brede vredescoalities opgericht. Zo ontstond in Nederland het Komitee Kruisraketten Nee (KKN), waarin het Interkerkelijk Vredesberaad (IKV) een van de drijvende krachten was, en in Vlaanderen het Vlaams Aktiekomitee tegen Atoomwapens (VAKA).

Ook in de VS bloeide de vredesbeweging op, vooral rond de eis de nucleaire arsenalen op hun bestaande peil te bevriezen (‘freeze-beweging’) in afwachting van een afbouw van die arsenalen. Die beweging kreeg actieve steun van de kerken.

In Oost-Europa heeft altijd een massale officiële vredesbeweging bestaan, die ook vaak vredesmanifestaties organiseerde. Zo namen in 1982 honderdduizenden Roemenen deel aan een officiële vredesbetoging. Daarnaast ontstonden allerlei onofficiële vredesgroepen. Dat was vooral het geval in de DDR, waar jonge protestanten de leuze ‘Zwaarden tot ploegscharen omsmeden’ propageerden, tot groot ongenoegen van de autoriteiten. Ook in Hongarije, Tsjechoslowakije en de Sovjetunie ontstonden, maar op veel beperkter schaal, dergelijke pacifistische groepen.