Duits dichter en schrijver, *28.5.1941 Frohburg (bij Leipzig). Vesper groeide op in de DDR, maar kwam in 1957 naar de BRD, waar hij germanistiek en geneeskunde studeerde.
Hij schrijft poëzie, prozateksten en luisterspelen, waarbij het hoofdthema de vraag naar de politieke existentie van de moderne mens is. Vesper poogt daarbij steeds een onpartijdig waarnemer te zijn. Hij debuteerde met een bundel gedichten waaraan ook Wolf Peter Schnetz meewerkte: Je elementarer der Tod, desto höher die Geschwindigkeit (1964), die gevolgd werd door de bundels Fahrplan (1964) en Gedichte (1965). In 1970 publiceerde hij Kriegerdenkmal ganz hinten, een verzameling prozateksten. In latere werken behandelde hij vaak historische misdaden om een oordeel over het heden uit te spreken: Verdacht. Stimmen aus einer Landschaft (1974; luisterspel), Reise in eine verhangene Landschaft voller Katastrophen (1977), Der Tod der Gräfin oder Geheimnisse eines aristokratischen Haushalts (1977), de roman Nördlich der Liebe und südlich des Hasses (1979) en de dichtbundels Die Illusion des Unglücks (1980) en Die Inseln im Landmeer (1982).
