m., sportmeerkamp bestaande uit de onderdelen paardrijden, schermen, schieten, zwemmen en hardlopen.
(e) De pentatlon wordt op vijf achtereenvolgende dagen afgewerkt. De eerste dag moet men op een door het lot toegewezen paard een parcours met twintig hindernissen afleggen. De tweede dag wordt er geschermd, op de derde dag geschoten met het pistool op doelen die op 25 m afstand staan opgesteld. Het zwemmen op de vierde dag gaat over 300 m vrije slag; op de laatste dag wordt een veldloop gehouden over 4 km. De behaalde resultaten worden omgerekend naar punten. Wie na vijf onderdelen de meeste punten heeft, is winnaar.
De pentatlon is bedacht door baron De Coubertin als opvolger van de klassieke Griekse pentathlon. In 1912 stond de pentatlon voor het eerst op het programma van de Olympische Spelen. Aanvankelijk was de sport vooral bij militairen in trek, maar de laatste jaren is de pentatlon, net als meerkampen zoals tienkamp, zevenkamp, triatlon en biatlon, sterk in opkomst.
