Amerikaans biologe, *16.6.1902 Hartford. McClintock studeerde plantkunde aan de Cornell-universiteit, waar zij in 1927 promoveerde.
In 1936 werd zij hoogleraar aan de universiteit van Missouri en werkte van 1941-47 voor het Carnegie Instituut te Washington. Van (967—74 was zij hoogleraar aan de Cornell-universiteit en sindsdien werkt zij aan het Cold Spring Harbor laboratorium, een beroemd moleculair-biologisch researchcentrum. McClintock deed baanbrekend werk op het gebied van de erfelijke informatie in de cel. Dit werk, dat al in de jaren vijftig gedaan is, bleef lang vrijwel onopgemerkt, totdat bij de opkomst van de moleculaire biologie in de jaren zeventig het belang ervan alsnog duidelijk werd. Als waardering voor haar werk ontving McClintock in 1983 de Nobelprijs voor fysiologie.
