Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek (1985)

Gepubliceerd op 09-03-2021

Kraken (gebouw)

betekenis & definitie

(kraakte, heeft en is gekraakt), leegstaande panden in gebruik nemen zonder toestemming van de eigenaar(s), meestal na zich op onwettige wijze toegang te hebben verschaft.

(e) Na de uitspraak van de Hoge Raad (2.2.1971) dat kraken niet als huisvredebreuk kan worden aangemerkt, nam het kraken van panden steeds meer toe. Opeenvolgende regeringen poogden een ‘anti-kraakwet’ te ontwerpen die aan het verschijnsel een einde zou maken. In 1976 werd een art. aan het WStr. toegevoegd met een bepaling inzake het wederrechtelijk gebruik van een woning (of besloten lokaal). Daardoor werd de kraker strafbaar gesteld voor het niet onmiddellijk ontruimen van een gekraakte woning als de rechthebbende dit vordert. In 1981 werd de Leegstandwet aangenomen (zie aldaar), die pas in 1985 (ten dele) in werking trad.

Het verschijnsel kraken werd landelijk bekend door tumultueuze ontruimingen in m.n. Amsterdam (Vondelstraat, Prins Hendrikkade, Weteringschans), maar ook in Groningen en Nijmegen. In het begin van de jaren tachtig schatte men het aantal gebouwen dat in heel Nederland door krakers bezet was op 10000 (bij een langdurige leegstand van ca. 100000 gebouwen). De krakers zijn meestal jongeren, van zeer uiteenlopende origine, met doorgaans een laag inkomen, die langs legale weg niet aan een (betaalbare) woning kunnen komen. Uit de aanvankelijk los opererende groepen groeide in 1980 een vrij hechte en slagvaardige kraakbeweging, die jongerenhuisvesting als prioriteit stelde. In Amsterdam leidde dit ertoe dat het bolwerk van de krakers, het pand De Groote Keyser, door de gemeente uiteindelijk werd aangekocht voor jongerenhuisvesting. De krakers waren inmiddels, bij gebrek aan ‘kraakpanden’, overgegaan tot het bezetten van leegstaande kantoorpanden en luxeappartementen.

Bij het publiek genoten de krakers over het algemeen sympathie, totdat de beweging zich sinds 1981 ging radicaliseren en ontruimingen steeds vaker gevolgd werden door ongeregeldheden en zinloze vernielingen. De kraakbeweging is een facet geworden van een subcultuur van jonge mensen die niet meer in de overheid geloven, maar die noodzakelijke politieke en maatschappelijke veranderingen zélf willen bevechten.