Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek (1985)

Gepubliceerd op 09-03-2021

Koning, jan de

betekenis & definitie

Ned. politicus, *31.8.1926 Zwartsluis. De Koning studeerde sociale geografie te Utrecht.

Daarna werkte hij enige tijd voor het CNV en was hij secretaris-generaal van de Christelijke Boeren- en Tuindersbond. Van 1969-71 zat hij voor de ARP in de Eerste Kamer en van 1971-77 in de Tweede Kamer en het Europees Parlement. De Koning was minister voor Ontwikkelingssamenwerking in het eerste kabinet-Van Agt. In het tweede en derde kabinet-Van Agt was hij minister van Landbouw en Visserij en in het derde tevens van Ned.-Antilliaanse Zaken. In het in nov. 1982 beëdigde kabinet-Lubbers werd hij minister van Sociale Zaken, Werkgelegenheid en Antilliaanse Zaken.