Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek (1985)

Gepubliceerd op 09-03-2021

Ijsland

betekenis & definitie

(Lýdveldid Island), republiek in het noorden van de Atlantische Oceaan, omvattend het eiland Ijsland en een aantal kleinere eilanden, 102 846 km2, ca. 230 000 inw. Hoofdstad: Reykjavik.

ECONOMIE

De werkloosheid vormde aan het eind van de jaren zeventig in Ijsland nauwelijks een probleem; zij bedroeg ca. 1 %. De visserij bleef de belangrijkste economische activiteit. (Na Noorwegen vangt Ijsland de meeste vis, 2,07 mln. t). De produkten van de visserij namen 75 % van de exportrevenuen voor hun rekening. Slechts 0,1 % van de oppervlakte wordt gebruikt voor landbouw, voornamelijk tuinbouw; hier wordt geprofiteerd van de lange dagen in de zomer, terwijl vulkanische bronnen voor de warmwatervoorziening van de kassen zorgen. De strategische ligging van IJsland wordt benut door vestigingsmogelijkheden voor bases aan de VS te verhuren.

CULTUUR

LITTERATUUR

De enorme veranderingen in de naoorlogse IJslandse maatschappij waren van grote invloed op de ontwikkeling van de moderne litteratuur. Het verarmde agrarische land veranderde in een uiterst moderne, in hoge mate verstedelijkte welvaartsstaat. Door het einde van IJslands isolement ondergingen ook de schrijvers invloeden van buiten, m.n. van Europa en de VS.

De dichtkunst kwam aan het eind van de jaren zestig tot nieuwe bloei. De oudere generatie van dichters hield nog vast aan de traditionele versvorm, maar vele jongere dichters hadden zich daarvan losgemaakt en hechtten meer waarde aan de inhoud, waardoor er een grotere variëteit in benadering en toon kwam. Hoewel de moderne IJslandse dichters universele thema’s behandelen, onderscheidt hun poëzie zich door een sterk gevoel voor geschiedenis, een grote liefde voor het eigen land en de natuur. Belangrijke thema’s, niet alleen in poëzie, maar ook in proza, werden het contrast tussen stads- en plattelandscultuur, de vervreemding in de moderne maatschappij en de vrees voor de toekomst van deze kleine natie, vooral als gevolg van de omstreden aanwezigheid van de Amerikaanse basis op Kevlavik.

In 1976 en 1981 werd de Scandinavische Litteratuurprijs toegekend aan resp. Ólafur Jóhann Sigurõsson (*1918) en Snorri Hjartarson (*1906). Andere belangrijke dichters zijn o.a. Stefán Hörõur Grimsson (*1919), Einar Bragi (*1921), Jón Óskar (*1921), Hannes Sigfússon (*1922), Sigfús Daõason (*1928), Hannes Pétursson (*1931), Mattías Jóhannessen (*1930), Thorsteinn frá Hamri (*1938), Jóhann Hjálmarsson (*1939), Böõvar Guõmundsson (*1939), Vilborg Dagbjartsdóttir (*1930), Nina Björk Arnadóttir (*1941), Steinunn Sigurõardóttir (*1950).

Tot de jaren zestig was de prozastijl overwegend episch-realistisch, maar daarna werd er met nieuwe vormen geëxperimenteerd. Thór Vilhjálmsson (*1925) was een van de eerste avant-gardeschrijvers. Guõbergur Bergsson (*1932) baande nieuwe wegen voor het IJslands proza. Andere romanschrijvers waren Jakobína Sigurõardóttir (*1918), Svava Jakobsdóttir (*1930), Agnar Thórõarson (*1917), die vooral bekend is om zijn toneelstukken, Thorsteinn frá Hamri (*1938), Steinar Sigurjónsson (*1928), Ólafur Haukur Sïmonarson (*1947), Pétur Gunnarsson (*1947).

In de jaren zeventig ontwikkelde het toneel zich als een litteraire vorm. De moderne schrijvers o.a. Jökull Jakobsson (*1933, ♰1978), Oddur Bjömsson. Guõmundur Steinsson, Kjartan Ragnarsson — behandelen eigentijdse problemen, zowel in traditionele realistische als in experimentele, vaak neo-realistische vorm. Ook Nobelprijswinnaar Halldór Laxness (*1902) schrijft sinds 1970 litterair toneel en publiceerde in 1975 zijn memoires. [drs.G.P.H.Bodegom]

POLITIEK

De inflatie bleef in Ijsland een probleem; in 1980 bedroeg zij 58 %. Dientengevolge nam de centrum-linkse regering van G.Thoroddsen, die sedert febr. 1980 aan het bewind was, een aantal economische maatregelen ter bestrijding ervan. Tot deze maatregelen behoorden een munthervorming — per 1.1.1981 invoering van de nieuwe kroon ter waarde van 100 oude kronen - en een einde aan de loonindexering.

In aug. 1982 nam de regering een reeks nieuwe maatregelen, waaronder een devaluatie van de kroon met 14,3 %. De IJslandse kroon was eerder al verscheidene keren gedevalueerd. Als gevolg van deze maatregel verloor de regering in het parlement de steun van twee leden van de Onafhankelijkheidspartij, waardoor zij in het parlement slechts over 31 van de 60 zetels beschikte (en in het Lagerhuis zelfs geen meerderheid meer had). De vervroegde verkiezingen van april 1983, waaraan twee nieuwe partijen deelnamen - de Vrouwenpartij en een partij van dissidente Sociaal-Democraten -, leverden voor geen enkele partij een meerderheid op.

Op 26.5.1983 kwam een nieuwe, centrum-rechtse, meerderheidsregering tot stand, gevormd door de Progressieve Partij en de Onafhankelijkheidspartij; premier werd S.Hermansson van de Progressieve Partij. Daags na de installatie van het nieuwe kabinet volgde een nieuwe devaluatie met 14,6 %. De regering-Hermannsson nam direct drastische bezuinigingsmaatregelen. Hierdoor slaagde zij erin de inflatie terug te dringen van 130 % tot slechts 15 % eind 1984. Begin sept. kondigde de regering een tweede reeks bezuinigingsmaatregelen aan die vooral betrekking hadden op de sociale voorzieningen, de ziekenhuizen en de wegenbouw. Het gespaarde geld zou worden gebruikt voor de ontwikkeling van nieuwe bedrijfstakken, ten einde het land minder afhankelijk te maken van de visserij. Dat was echter niet naar de zin van de ca. 17000 ambtenaren, die in okt. het land gedurende vier weken lam legden door een algemene staking. Zij wilden een loonsverhoging van 30 %. Op 31 okt. werd een nieuw loonakkoord gesloten, waarbij aan de ambtenaren een loonsverhoging van 20 % werd toegestaan.

De presidentsverkiezingen, die voor 30 juni waren gepland, gingen niet door omdat er slechts één kandidaat was, nl. de huidige president Vigdis Finnbogadóttir. Op 1 aug. begon zij haar tweede ambtstermijn van vier jaar.

Hoewel IJsland zelf geen militair apparaat heeft als enige lid van de NAVO, probeerde het land in het begin van de jaren tachtig een grotere bijdrage te leveren aan de eigen defensie. Tot dan toe werd Ijsland alleen verdedigd door de 2900 Amerikaanse militairen, die bij een verdrag uit 1951 gelegerd waren op de luchtmachtbasis Kevlavik bij de hoofdstad. De basis doet tevens dienst als IJslands internationale luchthaven. Tot de plannen behoorden het moderniseren van de luchthaven Kevlavik, de bouw van twee radarstations die deel zouden uitmaken van het NAVO-radarnetwerk en de bouw van een nieuw controle- en commandocentrum.

LiTT. S.A.Magnússon. The postwar poetry of Iceland (1982); Icelandic writing today (1982); Bzzlletin 104 (1983); Kruispunt nr. 89 (1983).