Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek (1985)

Gepubliceerd op 09-03-2021

Gils, gust

betekenis & definitie

Vlaams schrijver en beeldend kunstenaar, *20.8.1924 Antwerpen. Gils was medeoprichter van Gard Sivik en redacteur van Podium. Aanvankelijk was hij schilder.

In 1953 maakte hij als schrijver zijn debuut in Het Cahier. In zijn vroegste dichtbundels viel Gils een uitgeholde beschaving aan. Na Gewapend oog (1962) werd zijn cynisme meer gerelativeerd en kwamen er humoristische en parodistische elementen in zijn dichtbundels en zijn zeer aparte ‘paraproza’ voor. Later legde hij zich toe op de haiku en op aforismen. Hij doet ook aan geluidspoëzie (Vocal exploration no. 2) en verbosonie (Making out in windy Stockholm). Gils was ook actief als beeldend kunstenaar. Werken: poëzie: Partituur voor vlinderbloemigen (1953), Zeer verlaten reiziger (1954), Teorema voor personage (1957), Ziehier een dame (1957), Anoniem 20e eeuw (1959), Gewapend oog (1962), Een plaats onder de maan (1965). Manuscript gevonden tijdens achtervolging (1967), Levend voorwerp (1969), Afschuwelijk roze yogurtman (1972), Een handvol ingewanden (1977), Sneldrogende poëzie (1978), Onzachte landing (1979), Linde Kornak (1979), Uniek onkruid (1982), Een vingerknip (1983); proza: Verbanningen (1960), De röntgenziekte (1966), Berichten om bestwil (1970), Dank voor de blijdschap (1977), Binnenwaartse buitenstaanders (1978), Integendelen (1979; autobiografische beschouwingen), Geest in opdracht (1980).