Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek (1985)

Gepubliceerd op 09-03-2021

Disccamera

betekenis & definitie

[Eng.], v./m. (-’s), volautomatisch fototoestel waarin een schijf wordt gebruikt in plaats van een klassiek rolfilmpje.

(e) De disccamera werd in 1982 door de firma Kodak op de markt gebracht. Het klassieke rolfilmpje werd in dit apparaat vervangen door een schijf waarmee 15 opnamen kunnen worden gemaakt. Daardoor was het mogelijk een toestel te maken met een uiterst platte vorm (ca. 2 cm). De negatieven zijn langs de rand van de schijf gemonteerd. De schijf zelf heeft een diameter van 6,5 cm en bevat een magnetische kern waarin gegevens, b.v. betreffende het ontwikkelen, worden opgeslagen. Daardoor kan worden gewisseld zonder dat een schijf volledig gebruikt is.

De in het apparaat ingebouwde flitslamp treedt automatisch in werking als er te weinig licht aanwezig is. Scherpstelling en diafragma-afstelling zijn bovendien overbodig, doordat het f2.8, 12, 5 mm objectief ook bij volle opening een scherptediepte van 1,20 m-∞ heeft. Gezien het ultrakleine beeldformaat (8,2 mm x 10,6 mm) wordt ook van een nieuw gevoelig oppervlak gebruik gemaakt met een gevoeligheid van ca. 24 DIN en een grote belichtingsspeelruimte. De kwaliteit van de negatieven is van dien aard dat zij alleen voor kiekjes deugen. Naast Kodak gingen ook andere camerafabrikanten disccamera’s produceren (o.a. Minolta, Fuji). Volgens insiders is met de schijffotografie de laatste stap gezet in de zilverhalogenide-fotografie en zal dit systeem worden opgevolgd door zuiver elektronische beeldsystemen.