Brits popzanger, *27.1.1944 Derby. Coyne studeerde aan de kunstacademie.
Daarna was hij tot 1972 werkzaam als sociaal therapeut. Na twee langspeelplaten met de groep Siren vervaardigde Coyne in 1972 zijn eerste soloalbum Case history. Met het daaropvolgende dubbelalbum Marjory razorblade (1973) vestigde hij zijn status als een der meest eigenzinnige popzangers van de jaren zeventig. Hij bleef jarenlang verstoken van commercieel succes en erkenning op grote schaal. Toch wist hij zich verzekerd van de hulp van bekende muzikanten en de bewondering van een kleine kring aanhangers. Met gitarist Bob Ward treedt Coyne regelmatig op het continent op. Tegen het eind van de jaren zeventig breidde hij zijn activiteiten steeds meer uit en kon men hem, behalve als zanger, bezig zien als schrijver van gedichten en verhalen (o.a. de theaterproduktie England, England), acteur (b.v. in de korte film The institution) en schilder. Langspeelplaten: Blame it on the night (1974), Matching head and feet (1975), Heartburn (1976), In living black and white (1977), Beautiful extremes (1977), Dynamite daze (1978), Millionaires and teddybears (1978), Babble (1979), Bursting bubbles (1980), Sanity stomp (1981), Pointing the finger (1981), Politicz (1982).
