Tijdsbepaling

betekenis & definitie

Tijdsbepaling - een tijdsbepaling schort de verbintenis niet op, maar slechts haar uitvoering (art. 1304 B. W.). Hetgeen slechts op tijd verschuldigd is, kan niet geëischt worden vóór den vervaltijd; maar hetgeen vooraf betaald is, kan niet worden teruggevorderd (art. 1305 B. W.). Een tijdsbepaling wordt altijd verondersteld bepaald te zijn ten voordeele van den schuldenaar, tenzij uit den aard der verbintenis zelve of uit de omstandigheden mocht blijken, dat de tijdsbepaling ten voordeele van den schuldeischer is geschied (art. 1306 B. W.). De schuldenaar kan het voorrecht eener bijgevoegde tijdsbepaling niet meer inroepen, wanneer hij in staat van faillissement is verklaard of door zijn toedoen de door hem ten behoeve van den schuldeischer gestelde zekerheid is verminderd (art. 1307 B. W.). Gedeeltelijk in afwijking van deze bepaling worden volgens art. 131 Fw. alleen schuldvorderingen, vervallende binnen één jaar na den dag, waarop het faillissement is aangevangen, behandeld alsof zij op dat tijdstip opeischbaar waren en worden alle later dan één jaar daarna vervallende schuldvorderingen geverifieerd voor de waarde, die zij hebben na verloop van één jaar sedert den aanvang van het faillissement. Bij de berekening wordt uitsluitend gelet op het tijdstip én de wijze van aflossing, het kansgenot, waar dit bestaat, en, indien de vordering rentedragend is, op den bedongen rentevoet. — Dat een schuldenaar den bepaalden tijd heeft laten verloopen zonder zijn verbintenis na te komen, wordt veelal zonder meer niet voldoende geacht om aan te nemen, dat hij met de nakoming in gebreke en derhalve tot schadevergoeding verplicht is. (Zie INGEBREKESTELLING). — Astronomisch zijn vooral de wetenschappelijke tijdseinen, die o. a. door den Eiffeltoren tweemaal per dag (te 10 uur Greenwichtijd ’s morgens en ’s avonds) worden uitgezonden, belangrijk. Zij volgen elkaar met tusschenpoozen van Os.98 op en vormen dus tegenover den naar secunden tikkenden tijdmeter een soort van nonius, die veroorlooft, in de tijdsopname een nauwkeurigheid van eenige honderdsten eener secunde te bereiken.