Starter (jan jansz.) - Nederl. letterkundige, geb. te Londen in 1594, kwam jong in Holland, verhuisde in 1614 van Amsterdam naar Leeuwarden, waar hij zich als boekverkooper vestigde en in 1617 de kamer „Och, mocht het rysen” oprichtte. Voor deze kamer schreef hij in den trant van Bredero twee tragi-comedies: Timbre de Cardone en Daraïde, waarin ook komische tusschenspelen. In 1620 verhuisde hij naar Franeker, waar hij zich als student in de rechten liet inschrijven. Na 1621 vinden wij hem in Holland, levende van wat hij schreef; zijn gezin had hij in Friesland achtergelaten.
Zijn beste lyriek vinden wij in de Friesche Lusthof (1621) met voortreffelijke minneliederen. Afzonderlijk gaf hij o. a. nog uit Den nieuwen Kuyper (een politieke satire) en (in 1624) een Steeckboecxken, prentjes met versjes, benevens vele bruiloftsliederen, enz. Vertaalde ook uit het Engelsch. In 1625 trad hij in dienst van den graaf van Mansfeld als diens historieschrijver, wiens heldendaden hij zou beschrijven. Deze overleed echter reeds in 1626. Starter zelf overleed in 1628 als soldaat in Duitschland. Men zie over hem: M. M. Kleerkooper, Bibliographie van Starter’s Werken (1911); H. E. Moltzer, Starter’s Tooneelspelen (in „Studiën en Schetsen”).
