Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 12-01-2019

Phlegma

betekenis & definitie

Phlegma - 1) Lat. slijm, inzonderheid het vermeende slijm in het bloed als oorzaak van het phlegmatisch temperament, vandaar ook zooveel als traagheid, onverschilligheid. Het stelde één van de vier hoofdsappen van het lichaam voor. Zie HUMORES. — 2) alchimistische benaming voor het deel, dat bij de destillatie overblijft, of wel in het algemeen het minder vluchtige gedeelte, in tegenstelling met den „spiritus”, het meest vluchtige. De naam leeft nog voort in de spiritusindustrie en de benaming „dephlegmator”, het toestel, waarin de alkohol-waterdamp gedeeltelijk wordt gecondenseerd.

< >