Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 10-01-2019

Loewoe

betekenis & definitie

Loewoe, - zelfbesturend landschap op Z.-Celebes, langs de golf van Boni, met een geschatte oppervlakte van; ± 31.000 K.M.2; hoofdplaats Palopo; het vormt de afd. L. van het Gouv. Celebes en Onderh., verdeeld in 6 onderafd.: Palopo, Ranté Pao, Makalé, Malili, Kolaka en Masamba. Het land is zeer bergachtig en wordt ingesloten door het Latimodjong-geb. (hoogste top ± 3400 M.), het Centraal-geb. van M.-Celebes (toppen van 3000 M), het geb. van Oessoe Tomori en Toboengkoe, en dat van Léléwaoe en Mèngkoka.

Men vindt in het landschap de Matano- en Toewoeti-meren. De bevolking is op ± 224.000 zielen te schatten, waarvan ± 37.000 Boegineezen, de rest Toradja’s van verschillende stammen, onderworpen aan de Boegineezen, en over het algemeen nog heidenen; die van Mèngkoka (= onderafd. Kolaka) vooral staan nog op lage trap van beschaving. De Boegineezen voeden zich vooral met sagoe, en maken weinig werk van den landbouw; de Toradja’s daarentegen verbouwen veel rijst, tweede gewassen en zelfs wel koffie voor uitvoer. Ook in het beoefenen der nijverheid munten ze boven de Boegineezen uit, o. a. in het vlechten van manden en matten, en in het vervaardigen van wapenen; ijzer wordt gevonden in de nabijheid van het Matano-meer (zie ook MALILI). Ook de vervaardiging van prauwen en het inzamelen van boschproducten vormen middelen van bestaan voor de Toradja’s. Aan het hoofd van het bestuur staat een vorst of vorstin, uit het vorstelijk geslacht door den rijksraad, den Hadat, gekozen. Het rijk heeft een groot aantal vasalstaten, vroeger door lili’s bestuurd, maar door inmenging van ons bestuur thans tot districten van het landschap gemaakt, wier hoofden door het zelfbestuur in overleg met den besturenden ambtenaar benoemd en ontslagen worden.

Ook in de verhouding der Toradja’s tot het zelfbestuur is door ons optreden een grondige verandering en verbetering gebracht. Litt. Tijdschr. Batav. Gen. Dl. 32, blz. 498.

Med. Ned. Zendel. 42 bl. 1.; Tijdschr. Aardr. Gen. 1914 blz. 475.

< >