Fonds - 1) Een voor eenig doel bijeengebracht kapitaal (b.v. reservefonds, waarborgfonds); — 2) In het wisselrecht het opeischbare tegoed, dat de trekker (of hij voor wiens rekening de wissel getrokken is) op den vervaldag bij den betrokkene behoort te hebben (106, 107 K.); zie voor het geval niet voor het noodige fonds is gezorgd artt. 108, 109, en 116 K.; is het noodige fonds aanwezig, zoo is de betrokkene desgevraagd tot acceptatie verplicht (113 K.; vergel. art. 199 K.); in tegenstelling met hetgeen in Frankrijk algemeen wordt aangenomen, heeft te onzent volgens art. 110 K. de houder in geen geval eenig recht op het fonds (Fr. provision); bij faillissement van den trekker behoort het dus tot diens boedel; heeft echter de betrokkene den wissel geaccepteerd, dan blijft het fonds ten beloope daarvan aan dezen, behoudens zijne verplichting om jegens den houder aan zijne acceptatie te voldoen;
3) Effect (zoo spreekt men van publieke fondsen, waaronder veelal worden verstaan door publiekrechtelijke lichamen, als staten, provinciën, gemeenten, waterschappen uitgegeven schuldbrieven);
4) Het bezit van een uitgever aan door hem in den handel gebrachte (’t zij nieuw door den druk gemeen gemaakte of op fondsveilingen aangekochte) oplagen van boekwerken, doch meestal in engeren zin ter aanduiding van den nog aanwezigen voorraad zijner uitgaven gebruikt. Wordt eene uitgeverszaak geliquideerd, dan worden de overgebleven exemplaren der verschillende uitgaven (het restant van elk fondsartikel), met of zonder copy(auteurs-) recht onder genoodigde belangstellenden verkocht. Een vooraf verspreide catalogus vermeldt dan alle opgaven, die noodig zijn om gegadigden op de hoogte van het artikel te stellen;
5) In het verzekeringswezen vaak gebruikt voor instelling, begrafenisfonds, ziekenfonds e. d. In het algemeen dus een instelling, waarbij men zich tegen betaling van een premie eenig recht op uitkeering verschaft; de naam is meestal in gebruik voor verzekeringen voor kleine bedragen.
