Alfonso (spanje) - Een aantal koningen van de rijken, waaruit later het Spaansche koninkrijk is ontstaan, droegen dezen naam.
Alfonso I, de Katholieke, geb. 693, Koning van Asturië, schoonzoon van Pelagus, den laatsten Koning der West-Goten; van hem is weinig meer bekend, dan dat hij de Mooren uit een deel van Spanje verdreef, o. a. uit Gallicië, uit Leon en uit Castilië; hij stierf in 757 na een regeering van 18 jaar.
Alfonso II, de Reine, Koning van Asturië,791835. Hij was de zoon van Froïla I en gehuwd met Bertha, zuster van Karel den Groote; hij behaalde verschillende belangrijke overwinningen op de Mooren in Spanje; in 797 maakte hij zich meester van Lissabon. A. deed vele kerken en nuttige instellingen bouwen en verbleef meestentijds te Oviedo. A. stierf in 842.
Alfonso III, de Groote, Koning van Asturië, Loon en Gallicië, werd in 848 geb. en volgde zijn vader, Ordofio I, in 866 op, doch moest zijn rechten op den troon met kracht van wapenen handhaven tegen den adel, die zich tegen het beginsel eener troonsopvolging, waarbij de regeering aan één familie bleef, verzette. Daarna zijn wapenen tegen andere vijanden keerende, behaalde hij vele overwinningen op de Mooren; hij stak de Douro over, slechtte de muren van Coïmbra, drong door tot in Estremadura, vergrootte zijn gebied met een deel van Portugal en Oud-Castilië en bevolkte het veroverde en verlaten Burgos opnieuw. Deze oorlogen brachten echter door hun kostbaarheid groote ellende over de natie. In 888 zag A. zijn eigen zoon, Garcias, aan het hoofd van een opstand. A. trok zijn troepen bijeen, versloeg zijn zoon en zette hem gevangen, doch Garcias’ moeder, geholpen door verscheidene Grandes, verwekte een nieuwen opstand, die met de abdicatie van A. ten bate van zijn gevangen zoon eindigde (910); de gewezen vorst werd nu opperbevelhebber in het leger zijns zoons bij gelegenheid eener nieuwe expeditie tegen de Mooren, Na zijn terugkeer in triomf stierf hij te Zamora, 912.
Alfonso IV, de Monnik, Koning van Asturië, en Leon, zoon van Ordofio II; hij regeerde van 924 tot 927 en deed in laatstgenoemd jaar afstand van den troon ten behoeve van zijn broeder Ramiro en trad in een klooster, waar hij in 938 overleed.
Alfonso V, geb. 995, Koning van Leon en Castilië, van 999 tot 1027; hij deed de in Portugal wonende Mooren den oorlog aan en sneuvelde bij het beleg van Viseu, 1027. In 1020 liet hij door de Cortes van Leon het Fuero de Leon, een privilege in 58 artikelen, uitvaardigen.
Alfonso VI, Koning van Asturië, van Gallicië, van Leon en van Castilië van 1065 tot 1109; hij was de zoon van Ferdinand I en kreeg van diens gebied Leon; door zijn broeder Sancho II, die Castilië had verworven, onttroond, zocht hij toevlucht bij de Mooren in Toledo, verbleef aldaar tot aan den dood van den overweldiger (1072), beklom toen opnieuw den troon en hereenigde het geheele grondgebied zijns vaders onder zijn bestuur. Door den Cid geholpen maakte hij zich na een beleg van zeven jaren van Toledo meester (1085) en vestigde er zijn residentie. De vorst van Sevilla, Mohamed, riep de hulp in van de dynastie der Almoraviden uit Afrika, waarop de Koning van Aragon, Sancho Ramirez, en de graaf van Barcelona zich met A. tegen den algemeenen vijand verbonden. A. was echter in den weldra uitbrekenden oorlog weinig gelukkig; vele der vroeger door hem veroverde gewesten werden door den vijand hernomen. Valencia viel in hunne handen (1092), vele bondgenooten verlieten hem.
Niettemin bleef hij tot aan zijn dood (1109) met de Mooren op voet van vijandschap; 1102 sneuvelde zijn zoon, don Sancho, in den slag bij Uclez. A. stierf in 1109; zijne dochter Urraca vereenigde door haar huwelijk met Alfonso I (in Asturië enz. Alfonso VII) van Aragon en Navarre het geheele Christenrijk in Spanje voor een korten tijd onder eenzelfden scepter; spoedig echter ontnam Urraca aan haren man het rijk haars vaders. Aan zijn schoonzoon Hendrik van Bourgondië schonk A. als loon voor tegen de Mooren bewezen hulp het land tusschen Douro en Minho, waaruit later het koninkrijk Portugal ontstond.
Alfonso VII, zie ALFONSO I VAN ARAGON EN VAN NAVARRE,en den voorgaande.
Alfonso VIII, Koning van Gallicië, van Leon en van Castilië van 1127 tot 1157, zoon van Urraca en Raymond van Bourgondië; zijn geheele regeering was als één groote veldtocht tegen de Mooren; bij Jaen behaalde hij een groote overwinning; onder dezen vorst, die den titel aannam van „Keizer van Spanje” werd in 1166 de Alcantara-orde ingesteld.
Alfonso IX, de Edele of de Goede, Koning van Castilië van 1158 tot 1214; zijn vader,Sancho III, stierf kort na zijn geboorte, waarna hij onder regentschap zijner moeder kwam; gedurende zijn minderjarigheid werden hem door de Kondigen van Leon, van Aragon en van Navarre verschillende landstreken ontnomen, die hij later echter weer terugnam; tevens vergrootte hij zijn gebied met Gascogne, bruidschat van zijn gemalin, Eleonora van Engeland. Hij ontwierp het groote plan de Mooren uit Spanje te verdrijven en stelde zich ten levensdoel dit plan te volvoeren; in den oorlog, dien hij aanving, keerde het krijgsgeluk hem meer dan eens den rug toe en meermalen werd hij verslagen (slag bij Alarcos, 1195), doch ten slotte bracht hij den Mohammedanen in 1212 bij Tolosa een zoodanige nederlaag toe, dat zij deze nimmer meer te boven kwamen. A. vergrootte nog zijn gebied met de provinciën Biscaya en Guipuzcoa, die de Koning van Navarre gedwongen was aan hem af te staan. Door het uithuwelijken van zijn dochter Berengarde aan den vorst van Leon, bereidde hij de vereeniging dezer beide koninkrijken tot één voor. Hij beschermde kunsten en wetenschappen en vestigde in 1208 de eerste hoogeschool in Spanje.
Alfonso X, bijgenaamd de Astronoom, de Philosoof of de Wijze (El Sabio), Koning van Leon en Castilië, werd in 1226 geboren, volgde zijn vader, Ferdinand III, in 1252 op. Bij de bestorming van Sevilla, in 1248, had hij blijken van groote dapperheid gegeven, zoodat de verwachtingen zijner onderdanen hooggespannen waren, doch instede van de Mooren ten onder te brengen en de macht van den adel te beteugelen, verspilde hij de staatsinkomsten in vruchtelooze pogingen, om de Duitsche keizerskroon te verkrijgen. Door eenige keurvorsten was hij (1257) tot Roomsch-koning gekozen, terwijl anderen hun stem op Richard van Cornwallis uitgebracht hadden. Vandaar strijd tusschen beide partijen. In 1262 vraagt A. aan Paus Urbanus IV om de keizerskroon; deze vermaant hem zich met Richard te verzoenen en aan den H. Stoel de uitspraak op te dragen. Na vruchtelooze pogingen bij Clemens IV (1267) en Gregorius X (1272) deed hij eindelijk afstand, toen Rudolf van Habsburg tegenover hem geplaatst werd (1273). Zijn eigen gebied werd inmiddels bedreigd door de wederspannige edelen en door de Mooren, welke laatsten hij in 1263 versloeg, waarop hij hun Xeres, Medina-Sidonia, San Lucar en een deel van Algarvië ontnam, terzelfder tijd Murcia met Castilië vereenigende. In 1271 brak een opstand uit, aan welks hoofd zijn zoon Sancho zich plaatste; drie jaren had A. noodig om dezen opstand, waar Koning Philips III van Frankrijk ook de hand in had, te dempen; doch later braken nieuwe onlusten uit, wederom onder leiding van zijn zoon Sancho, die hem in 1282 van den troon beroofde.
Hij zocht nu hulp bij de Mooren; na vruchtelooze pogingen om zijn macht te herwinnen, stierf hij te Sevilla, 1284. Hij was de geleerdste vorst van zijn tijd en heeft zich een blijvenden roem verworven door de completeering van het beroemde wetboek, genaamd Leyes de las Partidas, hetwelk in 1251 als algemeene wet werd ingevoerd. Er bestaan voorts verscheidene gedichten van zijn hand, benevens een werk over scheikunde en een over philosophie. A. wordt tevens aangewezen als de schrijver eener geschiedenis van Spanje en der Kruistochten, terwijl hij door Joodsche geleerden den Bijbel in de Spaansche taal deed vertalen. Hij begunstigde wetenschappelijke instellingen, vooral de hoogeschool van Salamanca. Hij zocht verbetering te brengen in de planetarische tafels van Ptolemaeus, wier talrijke onjuistheden zelfs te dier tijde waren opgemerkt geworden; voor dat doel verzamelde hij te Toledo een vijftiental beroemde sterrekundigen. Zijn verbeterde tafels, bekend onder den naam van Alfonsinische tafels, waren in 1252 voltooid. A.’s Opusculos Legales werden in 1836 door de Koninklijke Academie te Madrid uitgegeven; zijn, in vereeniging met andere geleerden geschreven, sterrekundig standaardwerk Libros del saber de astronomia, in 1863.
Alfonso XI, Koning van Castilië van 1312 tot 1350; na met zijn schoonvader Alfonso IV van Portugal vrede gesloten te hebben, verbond hij zich met dezen tegen de Mooren; hij bracht veel bij tot de overwinning van Tarifa. Hij stierf aan de pest, tijdens het beleg van Gibraltar.