v./m. (-en),
1. bakof mandvormig ledikantje voor pasgeborenen, vaak zo ingericht dat het heen en weer geschommeld kan worden: een staande wieg; (fig.) van de wieg, van jongs aan; hij is niet in de wieg gesmoord, gezegd van iemand die een hoge ouderdom bereikt heeft; daarvoor was hij niet in de wieg gelegd, niet opgevoed, niet bestemd;
2. (fig.) bakermat: aan de wieg gestaan hebben van, het begin van iets meegemaakt hebben.