Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Whist

betekenis & definitie

[Eng.], o., kaartspel van Engelse oorsprong dat met 52 kaarten tussen vier personen, twee aan twee tegenover elkaar, gespeeld wordt.

Whist moet al in het begin van de 17e eeuw in Engeland zijn ontstaan uit andere kaartspelen. De naam wordt het eerst vermeld in 1621 en betekent: s.s.t.t. De gever maakt de onderste kaart troef. Bij het spelen is het aas de hoogste kaart, behoudens elke kleur in troef, waarvan echter alleen gebruik gemaakt wordt in geval men de gevraagde kleur niet heeft (renonce). Het doel van het spel is het maken van trekken. Voor elke trek boven 6 wordt een punt gesteld, terwijl voor 4 honneurs in handen der beide partners 4 punten, voor 3 honneurs 2 punten en voor 2 honneurs geen punten geteld worden; zodra men 10 punten heeft, is het spel gewonnen.

Het winnen van 2 maal 10 punten maakt de partij uit. Meestal wordt dan van partner gewisseld. Bostonwhist is ontstaan tijdens het beleg van Boston (VS) in 1773, en vooral in Frankrijk in zwang geraakt, waar men verscheidene varianten kent. Bij Bostonwhist is geen verplichte troefkleur, doch mag naar verkiezing de troef bepaald worden door de speler. De volgorde bij het bieden is dan als hoogste kleur ruiten, vervolgens harten, klaveren en schoppen. Bovendien speelt men niet met een vaste partner.

De zgn. Bostonkaart geeft het aantal slagen aan, dat bij elk bod door beide partners moet worden gemaakt, alsmede het aantal verdiende punten bij elke slag.

< >