Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Weer (atmosfeer)

betekenis & definitie

o. (g. mv.),

1. de ter plaatse heersende gesteldheid van de atmosfeer: wat is het daar voor -?; vast weer, bestendig; zijn gezicht staat op slecht weer, hij is ontstemd; zwaar weer, storm, m.n. op zee; weer of geen weer, ongeacht de weersomstandigheden; in ongunstige zin: door weer en wind gehard; blootgesteld aan weer en wind; ijs en weer dienende, als het weer gunstig is (gewone formule bij het uitschrijven van ijswedstrijden); (fig.) mooi met iets spelen, daarmee pronken; hij speelt mooi met een anders geld, hij leeft verkwistend met het geld van een ander;
2. verkleuring, ontleding, bederf, mede door invloed van licht en vochtigheid: het zit in de spiegel.

Het weer wordt in hoofdzaak gekenmerkt door de temperatuur, vochtigheid, wind, bewolking, neerslag, zonneschijn, zicht en luchtdruk. Deze elementen worden in een weerrapport opgevoerd; een verzameling van weerrapporten bijeengebracht in een weerkaart geeft een beeld van de weerstoestand in een groot gebied. Herhaaldelijk blijken op korte afstand grote verschillen in de weerstoestand voor te komen, b.v. aan weerszijden van een front. Het weer vertoont echter ook vaak over een tamelijk groot gebied en gedurende enige tijd een zelfde karakter. Men onderscheidt bepaalde luchtcirculatie typen, gekenmerkt door een bepaalde luchtdruk verdeling en door bijbehorende karakteristieke weerstoestanden. Voor een karakterisering van de weersituatie in Westen Midden-Europa wordt een indeling in 28 verschillende circulatie typen gebruikt.

De gemiddelde duur van een circulatietype is 3—4 dagen. Bij een weer omslag vindt een abrupte overgang van circulatie type plaats.

< >