Ned. rechtsgeleerde, 8.5.1874 Dordrecht, ♱29.4.1933 Leiden. Van Vollenhoven werd in 1901 te Leiden hoogleraar in het adatrecht van Ned.-Indië en het staatsen administratief recht van Ned.-Indië, Suriname en de Ned.
Antillen. Hij zette zich in voor het optekenen, verzamelen en uitgeven van het adatrecht. Hierdoor bereikte hij dat sedert 1927 gebroken werd met de gedachte van de unificatie in de rechtshervorming in Ned.-Indië volgens het model van de Europese codificaties. Daarvoor in de plaats kwam de optekening van het adatrecht. Werken: Omtrek en inhoud van het internationale recht (diss. 1898), Het adatrecht van Ned.-Indië (3 dln. 1906—33), De eendracht in het land (1913; 6e dr. 1945), De drie treden van het volkenrecht (1918; 3e dr. 1935), De ontdekking van het adatrecht (1928). Uitgave: Verspreide geschriften, door F.M.van Asbeck (3 dln. 1934—35; met bibliogr.).
LITT. A.H.M.Trip-de Beaufort, C.van Vollenhoven, 1874-1933 (1954).
