Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Volbloed

betekenis & definitie

I. bn., van onvermengd ras: een volbloed Friese hengst; volbloed rundvee; (fig.) met hart en ziel gezind: een liberaal;

II. zn. m. (-s), volbloedpaard, Engels paard ingeschreven in het Studbook (le uitgave 1786).

De volbloeds vormen tegenwoordig een zuiver ras, dat uitmunt door adel, goede bouw, groot uithoudingsvermogen en grote snelheid. Stamvaders van het Engelse volbloed (thoroughbred) zijn Beyerley Turk, een buitgemaakt Turks legerpaard (1689), Darley Arabian (1713) en Godolphin (uit Tunis, 1731). Hun nakomelingen vormen de drie hoofdfamilies van het volbloed.