Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Vitamine

betekenis & definitie

[Lat. vita, leven], v./m./o. (-n, -s), ben. voor een aantal organische stoffen die noodzakelijk zijn voor het normaal functioneren van een organisme en daarin niet zelf gesynthetiseerd kunnen worden.

De naam vitamine is afkomstig van de Poolse scheikundige Casimir Funk, die in 1912 uit rijstzemelen een onzuiver preparaat isoleerde dat een aminekarakter bezat en werkzaam bleek tegen de gebreksziekte beriberi. Hoewel de meeste vitaminen geen aminegroep bezitten, is toch deze benaming blijven bestaan. Vitaminen komen in de meeste plantaardige en dierlijke produkten in geringe hoeveelheden voor. Ze behoren niet tot de bouwstoffen of energieleverende stoffen. Vitaminen zijn te beschouwen als katalysatoren van vele stofwisselingsprocessen, hetzij als coënzymen van een enzym (o.a. alle vitaminen van het zgn. B-complex), hetzij als zelfstandige stoffen.

Er is een groot aantal vitaminen bekend, waarvan de meeste moeten worden beschouwd als groepen van chemisch verwante stoffen met alle dezelfde werking. Onderscheiden worden vetoplosbare (vitamine A, D, E en K) en wateroplosbare vitaminen (vitamine C en het zgn. B-complex).

De meeste vitaminen moeten door het lichaam als zodanig worden opgenomen. Een aantal vitaminen kan in het lichaam worden gevormd uit zgn. provitaminen, waarvan de bekendste de carotenoïden zijn, die in vitamine A kunnen worden omgezet. Een ander voorbeeld is het 7-dehydrocholesterol (provitamine D) dat in de huid van zoogdieren onder invloed van ultraviolet licht kan worden omgezet in cholecalciferol (vitamine D3). Enkele vitaminen kunnen door darmbacteriën worden gemaakt; hiervan kan vitamine K (en mogelijk enkele B-vitaminen) door het lichaam worden opgenomen. Voor verschillende organismen moeten veelal verschillende stoffen als vitaminen worden aangemerkt. Zo kan ascorbinezuur door alle diersoorten in het lichaam worden gevormd, behalve door de mens, de aap en de cavia.

Alleen daarvoor is het dus een vitamine (vitamine C). Er is nog een aantal stoffen (b.v. de essentiële vetzuren: linolzuur en linoleenzuur) waarvan het vitaminekarakter nog niet geheel duidelijk is; verder worden stoffen als biotine en choline ook wel tot de vitaminen (B-complex) gerekend.

Bij gebrek aan vitaminen ontstaan voor elk van de stoffen afzonderlijk karakteristieke gebreksziekten. Omdat het merendeel van de vitaminen een rol speelt bij gekatalyseerde stofwisselingsprocessen zal het ontbreken van een vitamine al spoedig leiden tot defecten in de stofwisseling. In feite hebben de gebreksziekten geleid tot de ontdekking van de vitaminen. Bij een normaal dieet hoeft men in de westerse wereld niet bang te zijn voor vitaminegebrek. Het innemen van vitaminepreparaten is meestal niet nodig en kan soms zelfs gevaarlijk zijn (m.n. voor de vetoplosbare vitaminen). De dagelijkse behoefte aan een vitamine door de mens wordt uitgedrukt in internationale eenheden (I.E.) of in mg.

De vitaminen worden vanwege hun aanvankelijk onbekende chemische structuur aangeduid met letters en indices. Enkele letters ontbreken (b.v. G) doordat later bleek dat het vitamine uit verschillende componenten bestond die verschillend werkzaam zijn. Ook verdwenen bepaalde benamingen doordat bleek dat de eerst als verschillende vitaminen aangeduide stoffen later dezelfde chemische stof was (b.v. vitamine B11, B12, BC en M bleken alle foliumzuur te zijn).

vitamine. De omrekening van internationale eenheden (I.E.) in gewichtseenheden en de gemiddelde dagelijkse behoefte van de belangrijkste vitaminen voor een volwassene vitamine een I.E. is gelijk aan gemiddelde dagelijkse behoefte mg A 0,3 µg retinol 0,45 B1 3 µg thiamine-HCl 0,8 B2 1,2 B6 1,5 2,0 B12 0,003 C 50 µg ascorbinezuur 50 D 0,025 µg cholecalciferol 0,015 0,02 E 1000 µg 𝛼-tocoferolacetaat 50 provitamine A 0,6 µg ß-caroteen 0,6 2,4 biotine 0,15 0,3 pantotheenzuur 5-10 foliumzuur 0,025 0,1

< >