Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Vinken

betekenis & definitie

v./m. (mv.), Fringillidae, een vogelfamilie, behorend tot de orde zangvogels, 20 geslachten (124 soorten) omvattend.

De vinken worden gekenmerkt door het bezit van een puntige bovensnavel, die even hoog en breed is als de ondersnavel; de hele snavel is meestal langer dan hoog. In Europa broeden de appelvink, barmsijs, citroensijs (kanarie), Europese kanarie, frater, goudvink, groenling, grote kruisbek, haakbek, keep, kneu, kruisbek, roodmus, Schotse kruisbek, sijs, vink, witbandkruisbek en woestijnvink. De haakbek (Pinicola enuleator) komt voor in Noord-Europa; de Schotse kruisbek (Loxia scotica) in Schotland; de woestijnvink (Rhodopechys githaginea) in Zuid-Spanje. De darwinvinken worden wel tot de familie gorzen gerekend (ook wel als een onderfamilie van de vinken beschouwd).

LITT. I.Newton, Finches (1972).

< >