Titus Flavius, keizer van het ROMEINSE RIJK (69-70), *7.11.9 te Falacrinae (bij Reate), ♱24.6.79 te Aquae Cutiliae (Midden-Italië). Vespasianus’ vader was belastingambtenaar.
Na een militaire carrière werd Vespasianus in 51 consul en in 63 stadhouder in Afrika. Keizer Nero gaf hem opdracht de opstand in Palestina neer te slaan (66—69). De legioenen van Alexandrië, gevolgd door die in Judea, riepen Vespasianus tot keizer uit, welke proclamatie door de Senaat na de dood van keizer Vitellius werd bekrachtigd. Het beleg van Jeruzalem droeg Vespasianus over aan zijn zoon Titus, die de stad in 70 veroverde. Eveneens in 70 dempten zijn generaals Annius Gallus en Petilius Cerialis bij Trier een opstand onder Julius Civilis, bij wie zich ook vele Galliërs hadden aangesloten. Aldus kon Vespasianus als teken van vrede in 71 de tempel van Ianus plechtig sluiten. Ten aanzien van de rijksfinanciën werd orde op zaken gesteld en een strenge belastingcontrole ingevoerd; Rome werd verfraaid met diverse gebouwen, o.a. het Colosseum; de militaire tucht werd hersteld.Vespasianus vestigde de dynastie van de Flavii: achtereenvolgens volgden zijn zoons Titus en Domitianus hem op. Terstond na zijn dood volgde Vespasianus’ vergoddelijking.
LITT. M.McCrum en A.Woodhead, Documents of the principates of the Flavian emperors (1961); J.Nichols, Vespasianus and the Partes Flaviae (1978).