v. (-en),
1. het verplichtof gehouden-zijn: iemand een verplichting opleggen, hem het bedoelde als plicht voorschrijven; een verplichting aangaan, zich verbinden; zonder enige uwerzijds, zonder dat het u tot iets bindt; zijn verplichtingen nakomen;
2. het gebonden-zijn door ontvangen dienst of gunst: veel verplichting aan iemand hebben, hem voor veel dankbaar moeten zijn.