o. (g. mv.),
1. het verlopen; voorbijgaan; na verloop van tijd, van jaren;
2. verandering in de loop; (zeevaart) het verloop van het tij, van de vloed, de verandering, de teruggang; (boekdrukkerij) verandering in het zetsel waardoor de verdeling over de regels anders wordt;
3. de wijze waarop iets verloopt, zich toedraagt of toegedragen heeft: het verloop van een ziekte; 4.achteruitgang: het verloop van een zaak; verlies van personeel;
5. geleidelijke versmalling, vermindering: het verloop van een schoorsteen, de vermindering in middellijn.