Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Verf

betekenis & definitie

v./m. (verven), een bij kamertemperatuur strijkbare massa van een bepaalde kleur, die in dunne lagen over voorwerpen wordt uitgestreken ter bescherming en/of verfraaiing en na droging daarop een vaste laag vormt: het huis zit nog goed in de verf, het schilderwerk is nog netjes; niet uit de verf komen, niet tot zijn recht komen. Verven zijn samengesteld uit pigmenten (gekleurde, witte of zwarte poedervormige stoffen) en bindmiddelen.

Deze moeten de pigmentdeeltjes samenbinden tot een verwerkbare massa.Het bindmiddel moet overgaan in de vaste laag die aan de ondergrond hecht en deze beschermt. Naast pigmenten en bindmiddelen moeten verven een aantal hulpstoffen bevatten, zoals oplosmiddelen (voor het verkrijgen van een goede verwerkbaarheid), siccatieven (voor goede droging), verder soms weekmakers, antivelmiddelen, maalmiddelen enz. Verven worden veelal benoemd naar het bindmiddel: olieverf, alkydharsverf, nitrocelluloseverf, emulsieverf, chloorrubberverf, epoxyverf enz.; in bepaalde gevallen echter is het pigment belangrijk: menieverf, loodwitverf enz. Bij waterverf is het oplosmiddel of dispersiemedium water. Verven die kwalitatief hoog staan (glans, hardheid) worden ook lakken genoemd. Olieverven zijn meestal niet bijzonder hard; wordt de olie met hars tot een vernis gestookt, dan is de hardheid groter en spreekt men van japanlakken.

De ‘klassieke’ olieverven zijn grotendeels verdrongen door de kunstharsverven (vooral alkydharsverven). Andere classificaties van verf gaan uit van het object (scheepsverf, muurverf, radiatorenverf), van de plaats in het verfsysteem (grondverf, plamuur, overgrondverf, afschilderverf), van de wijze van opbrenging (spuitverf, kwastverf), van de wijze van droging (moffelverf), van een speciale eigenschap (schimmelwerende verf, aangroeiwerende verf enz.). Verf wordt bereid door menging van haar bestanddelen; de menging dient in ’t algemeen te worden gevolgd door een proces dat vanouds ‘malen’ wordt genoemd, omdat de oude apparatuur (potmolen) gelijkenis had met molens voor graan e.d. Bij het malen worden pigmentagglomeraten verkleind en de primaire deeltjes bevloeid met het bindmiddel. Voor de fabricage zijn de potmolens vervangen door verfwalsen (driewals, éénwals), die op hun beurt weer grotendeels vervangen zijn door kogelmolens, zandmolens (sandmills) en parelmolens (perlmills), die veel economischer werken. Voor snelle fabricage van kleuren op kleine schaal bestaan voorts kleurendoseermachines (colour dispensers).

Verwerking geschiedt vanouds met de kwast. Voor grote vlakken gebruikt men de verfrol. Bij de opkomst van de industrie deden de gemechaniseerde opbrengmethoden hun intrede (spuit in allerlei uitvoering en graad van automatisering, dompelmethode, sproeiof gietmethode, elektroforese). Sommige ‘verven’ worden in poedervorm opgebracht door elektrostatisch spuiten of door wervelsinteren. Schildersverven drogen door opneming van zuurstof en/of door verdamping van oplosmiddel. In de industrie wordt ook veel van moffelen (droging in een oven) gebruik gemaakt.

Verder zijn er de zgn. componentverven of reactielakken, die drogen door chemische reactie tussen (meestal twee) componenten, die de gebruiker zelf moet mengen kort voor het gebruik. Voor bepaalde doeleinden heeft de droging door middel van elektronenstraling of ultraviolet licht ingang gevonden. Verven kunnen in sterke mate worden aangepast aan het doel (object), de aard van de ondergrond en de verwerkingsmethode. Een verf voor elektroforetische opbrenging is iets geheel anders dan een auto-spuitverf of een huisschilderverf. Het gemeenschappelijk doel van alle verf is echter de verfraaiing en de bescherming van het object. Soms overweegt het ene, soms het andere doel. Een moderne ontwikkeling op het gebied van verfraaiing zijn b.v. de meerkleurenverven; op het gebied van bescherming mogen worden genoemd de tank ‘coatings’, verven die in dikke lagen b.v. 0,3 mm op de binnenkant van tanks worden aangebracht, kleur.

LITT. A.M.Berendsen, Verftechnisch handboek (1974).