[Eng.], v., (petrochemie) een raffinageproces.
Ultrafining dient om aardoliefracties, b.v. nafta, kerosine, dieselbrandstof, zware gasolie en smeerolie, te ontzwavelen en te ontdoen van stikstof en olefinen. Het proces bestaat uit een katalytische hydrogenering van het uitgangsmateriaal. Als katalysator dienen kobalt-molybdeen of nikkel-molybdeenmengsels. De reactie vindt plaats bij 230—425 °C en 6,6—80 at; afhankelijk van de intensiteit van de gewenste ontzwaveling. Het waterstofgebruik varieert dan van 8,3 tot 335 m3 waterstof per m3 olie. 1 at = ca. 98 kPa.
