Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Trinitariër

betekenis & definitie

m. (-s), lid vander.k. orde van reguliere kanunniken (Lat. Ordo Sanctissimae Trinitatis redemptionis captivorum, Orde van de Allerheiligste Drievuldigheid voor de bevrijding van gevangenen).

De orde van de trinitariërs werd in 1198 te Cerfroid (bij Soissons) gesticht door Joannes de Matha en Felix van Valois. De trinitariërs behoorden tot de mendicanten. Zij verbreidden zich in vele landen van Europa en werkten aan de bevrijding van christenslaven bij de moslims. De orde werd in 1894 opgeheven.

In 1596 was een congregatie van de stricte observantie gesticht: de ongeschoeide trinitariërs, met thans nog ca. 350 leden. Een vrouwelijke tak, de trinitariërinnen, was al in 1236 ontstaan, waarvan zich in 1612 de ongeschoeide trinitariërinnen afscheidden.

< >