m. (-s), (meteorologie) een instrument voor het bepalen van het horizontale zicht in de atmosfeer.
Men meet met de transmissometer de doorlaatbaarheid van de lucht voor zichtbaar licht. De transmissometer bestaat uit een lichtbron en uit een op enige afstand geplaatste ontvanger met een lichtgevoelige cel die de intensiteit van het doorgelaten licht meet, wat een maat is voor de afstand tot welke men kan zien (het zicht).