Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Trafiek

betekenis & definitie

[Fr. trafic, handel], v. (-en),

1. (hist.) bedrijf dat zich bezighoudt met het veredelen of verder bewerken van grondstoffen;
2. (scheepvaart) lijndienst.

In de Noordned. Republiek kwamen vooral in de havens van Rotterdam en Amsterdam trafieken voor als verlengstuk van de overzeese handel. Het kenmerk van deze 17een 18e-eeuwse trafieken was dat zij geheel in het handelsverkeer waren ingeschakeld: de eigenaars voerden buitenlandse grondstoffen in, lieten deze in hun bedrijven een veredelende bewerking ondergaan, waarna zij de veredelde produkten voor het grootste deel weer uitvoerden. Zo had Amsterdam een groot aantal suikerraffinaderijen, zeepziederijen en diamantslijperijen, Rotterdam en Amersfoort hadden talrijke tabakskerverijen.