Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Touw, vlechtsel

betekenis & definitie

o. (-en), tot lange strengen in elkaar gedraaid hennep-, vlas-, jute- of ander garen: twee-, driedraads touw, vlechtsel ; stuk, eind van zo’n vlechtsel: het touw, vlechtsel van een vlieger; (mv.) scheepswant: de wind floot door de touwen; afsluiting: de touwen van een boksring; daar is geen touw, vlechtsel aan vast te maken of te knopen, daaruit kan men niet wijs worden; (de hele dag) in touw, vlechtsel zijn, de gehele dag aan het werk, druk bezig zijn.

Vanouds waren de grondstoffen voor touw: sisal, manilla, hennep, vlas, jute, katoen, kokos en papier. Tegenwoordig wordt ook polyamide (nylon), polyester, acryl, polypropeen, polyethyleen, zelfs rayon gebruikt. De fabricage geschiedt op spinnerijmachines als voor de onderscheiden materialen gebruikelijk is. Vervolgens wordt het garen over een of meer wikkelmachines verwerkt tot:

1. geslagen touw, d.w.z. ineengedraaid, met of zonder kern;
2. gevlochten touw, met of zonder kern.

< >