Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Tolstój, lev leo nikolajevitsj

betekenis & definitie

Russisch schrijver, *28.8.1828 Jasnaja Poljana, ♱7.11.1910 Astapovo; uit adellijke familie. Tolstój studeerde van 1844—47 oosterse talen en rechten te Kazan en Sint-Petersburg.

Zijn militaire diensttijd (1851-56) bracht hij door in de Kaukasus, aan het Donaufront en in Sebastopol. Na twee buitenlandse reizen naar o.a. Parijs (waar hij Toergenjev ontmoette), Dresden, Londen en Brussel vestigde hij zich voorgoed op het landgoed Jasnaja Poljana. Tolstój was intussen als schrijver bekend geworden met de autobiografische trilogie Kinderjaren (1852), Jongensjaren (1854), Jeugd (1857), en met de oorlogsverhalen Het vellen der bomen (1855) en Verhalen uit Sebastopol (1855—56). Op zijn landgoed stichtte Tolstój een school en hij gaf zijn pedagogische opvattingen weer in een eigen tijdschrift. Hij zette zich af tegen de toenmalige westerse ideeën en propageerde de volledige vrijheid van onderwijs.

Tolstójs werk uit die periode is sterk moraliserend: Luzern (1857), Drie doden (1859), Huwelijksgeluk (1859), De kozakken (1852—62). In 1862 trouwde hij met Sofia Behrs, dochter van een Moskouse arts. In de gelukkige beginjaren van zijn huwelijk schreef hij zijn beroemdste werken: Oorlog en vrede (1864—69) en Anna Karenina (1873—76).Tolstój was een rusteloos zoeker naar de waarheid.

Hij trok o.m. ten strijde tegen de taboes van seksualiteit en dood. Zijn rond 1879 ontwikkelde visie op de christelijke leer (het tolstójanisme) was toegespitst op de bergrede uit Matt.5—

7. Hij kwam tenslotte tot een christelijk-anarchistische levensbeschouwing: weg met de Kerk, staat, bezit, wet en opleiding. Deze visie bracht hem in diskrediet bij het tsaristisch regime, en de Russisch-Orthodoxe Kerk deed hem in de ban. Hij loochende zijn vroegere werken en begon nog moralistischer te schrijven. In zijn gezin bracht de consequente toepassing van zijn opvattingen grote moeilijkheden met zich mee. Uiteindelijk verliet hij met zijn dochter op 29. 10.1910 het landgoed; kort daarna stierf hij aan longontsteking.

Tolstój had tot ver in de 20e eeuw navolgers. Zijn werken werden vrijwel onmiddellijk vertaald en vele werken zijn verschillende malen verfilmd, o.a. Oorlog en vrede, door V.Gardine (1915), K.Vidor (1956) en S.B.Bondartsjoek (1965). Werken: De morgen van de landheer (1856), Bekentenis (1882), De dood van Ivan Iljitsj (1884—86), De kreutzersonate (1889), Wat is kunst? (1898), Opstanding (1899); toneel: De macht der duisternis (1887), De vruchten der beschaving (1890), Het levende lijk (1911). Uitgave: Tolstoy’s letters, door R.F.Christian (2 dln. 1978).

LITT. R.Rolland, Vie de Tolstoi (1911); M.Gorki, Herinneringen aan Tolstój (1919), T.Mann, Goethe und Tolstój (1932); T.Jans, Tolstój in Nederland (1952); H.Troyat e.a., Tolstoi (1971); E.Crankshaw, The making of a novelist (1974); E.B.Greenwood, Tolstój, the comprehensive vision (1975); V. Boelgakov, Het laatste jaar van L.N.Tolstoy (1976); T.Tolstoy, Tolstoy remembered (1977); T. G.S.Cain, Tolstoy (1978).

< >